Saturday, February 1, 2020

Dear Brecht

Beste Brecht

Nouf Rafea

Historical Aesthetics

Docent Theater ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten (Arnhem)


Damascus is de hoofdstad van Syrië. Het staat in de volksmond in Syrië bekend als aš-Šām en heeft de bijnaam Stad van Jasmine en Madīnat al-Yāsmīn gekregen. Damascus is een belangrijk cultureel centrum van de Levant en de Arabische wereld. Bovendien is Syrië/Damascus mijn vaderland. Ik ben daar opgegroeid van december 1992 tot september 2015 maar daarna ben ik door de oorlog uit Damascus gevlucht, net als jij ooit gevlucht bent uit Duitsland…. Laat me je even vertellen dat Damascus mijn eerste liefde is, weet je wat het betekent dat je van liefde voor een stad smelt? Het betekent dat je haar met de ogen van een minnaar bekijkt. Je weigert met vol bewustzijn haar tekortkomingen te zien en je ziet haar alleen als volledig en betoverend. Je hebt duizend redenen om van haar te houden en je ziet geen enkele rechtvaardiging om haar te haten. Je houdt van haar ondanks al haar minpunten, je vergeeft haar voor haar fouten en je hart blijft vol van vreugde want jouw ziel blijft daar leven. Veel dichters als Abū Nuwās, Abū Tammām en Nizar Qabbani - heb je ooit over hen gehoord?- schreven veel gedichten over Damascus, maar alles wat geschreven is, beschrijft slechts enkele van de schoonheden van deze stad. Wat een mooie stad toch?!!  

Maar ver van emoties en met alle objectiviteit: het leven in Damascus en overal in Syrië is onmenselijk. Ik ben in de heerschappij van Hafez al-Assad opgegroeid die als president van Syrië van 1971 tot 2000 diende. Daarna diende zijn zoon Bashar al-Assad als president van 2000 tot de dag van vandaag. Syrië onder de heerschappij van de Baath-partij onder leiding van Hafez nam deel aan vele slachtingen zoals het Palmyra-bloedbad in 1980, de Hama-bloedbaden in 1981 en 1982, bombardementen op Beiroet in 1983 en het bloedbad tegen het Libanese leger in 1990. Ook was Syrië getuige van allerlei martelingen en schendingen van mensenrechten zoals het voorkomen van de oprichting van politieke partijen, censuur van politieke publicaties, het internet en verschillende communicatiemiddelen evenals de doodstraf voor iedereen die tot de Moslim Broederschap behoort of samenwerkt met Israël,  martelingen in gevangenissen, de vrijheden onderdrukken, diefstal, armoede en vernedering.

Hafez Al-Assad werkte samen met de nazi-officier Alois Brunner en via hem introduceerde Hafez martelmethoden in Syrië. Marteling eindigde niet in Bashars heerschappij, integendeel, hij is de zoon van zijn vader en hij volgt zijn manier om de vrijheden te onderdrukken. Het volk kwam in opstand tegen de regering “Want de mensheid moet oorlogszuchtig worden in zulke omstandigheden, om niet uitgeroeid te worden” (Völker & Wongtschowski, 1978, p. 188). Het volk moet in dergelijke omstandigheden vechten want stilstaan ​​maakt je kwetsbaar voor de dood. Bashar natuurlijk gebruikte en gebruikt nog steeds al zijn macht om de eisen van het volk te onderdrukken. Hij heeft vermoord, geplunderd, gemarteld, gesloopt en ook heeft hij chemische wapens gebruikt naast de explosies die alles in Syrië met de grond gelijk maakten. Als je hier bent, dan zie je wat deze crimineel heeft gedaan. Bashar is een van de gevaarlijkste mannen uit de geschiedenis, te vergelijken met Hitler. Laat me je even vertellen dat de oorlogen niet veranderden, maar de soorten wapens die ontwikkeld zijn wel. Dood blijft hetzelfde, de kwelling is hetzelfde, de mensen die hun vaderland hebben verlaten omdat ze geen huis meer hebben, zijn dezelfde, de bleke gezichten door de armoede zijn hetzelfde. De criminelen zijn dezelfde en de dictaturen zijn hetzelfde maar met verschillende namen. Na al deze feiten wil ik je vragen of wij het al-Assad systeem het Nazi al-Assad-regime kunnen noemen?

Ik ben net als jij: “In de stad van asfalt voel ik me thuis” (Völker & Wongtschowski, 1978, p. 77). Wat je hebt geschreven over de steden raakte me echt:

“Over de steden

Onder hen zijn goten

In hen is niets, en boven hen rook.

Wij waren er in. We hebben nergens van genoten

We vergingen snel. En langzaam vergaan ook zij.” (Völker & Wongtschowski, 1978, p. 77)

Hoe je de steden hebt beschreven, liet me nadenken over jou en jouw leven. Ik ben echt benieuwd om te weten: Hoe kan je de toekomst voorspellen? Of herhaalt de geschiedenis zichzelf en blijven we in elke tijd een spel in de handen van het lot?

 

 

Theater stroomt door mijn aderen

“I am a predator and behave in the theatre just as I would in the jungle. I need to destroy things - I am not used to eating plants. That is why the scent of fresh meat has often hung over the grass, and why the souls of my heroes were very colourful landscapes with stark contours and heavy atmospheres. The stampede of fighters tearing each other to pieces calms me - their loud oaths satiate me, and the small, angry cries of the damned bring me relief. The sound of great explosions thrills me like music; the irrevocable and incomparable gesture satisfies my ambition and at the same time quells my urge to laugh. And the best thing about my victims is that deep, endless grunting that rolls, full and heavy, out of the jungle, keeping the strong souls in a perpetual state of trembling.” (Brecht et al., 2019, p. 24)

Wat een grote tegenstelling in mijn karakter toch? Ik heb je verteld over mijn land en allerlei martelingen. In het theater ben ik als een roofdier dat alles wil vernietigen. Wat me in het leven beangstigt, kalmeert me in het theater. Ik ben dat monster wiens podium zijn thuisland is.

Damascus 2014, Saadallah Wannous theaterzaal, in de diepte van de zaal zie ik een spiegel. Er is niets anders dan een spiegel en ik en de geluiden van de bommen buiten. Ik keek naar de spiegel en vroeg me af: Is de spiegel slechts een plaat die onze vormen reflecteert of bevindt zich achter elke spiegel een andere spiegel die een andere persoon uit een andere tijd reflecteert??? Kan je me horen?!...... Kan je me zien?!

“Achter ons lieten wij de hel van de teleurgestelden

En kwamen in de hel van de teleurstellers

In een grijze stad gevuld met marktschreeuw

Ontmoetten we hen, die hun gezicht verloren hadden.” (Völker & Wongtschowski, 1978, p. 174).

Ik was op de vloer toen ik dit citaat met een trillende stem zei. Ik was aan het spelen, mijn emoties waren eerlijk maar ik overtuigde helemaal niet met mijn optreden. Hier herinnerde ik me dat “Actors must learn how to economize their voice: they must not grow hoarse. But they must be able to portray a person seized by passion who is speaking or shouting hoarsely. So exercises must include an element of acting. We shall get empty, superficial, formalistic, mechanical acting if in our technical training we forgot for a moment that it is the actor’s duty to portray living people” (Brecht et al., 2019, p. 314). Een enorm bom-geluid onderbrak me, het maakte me doodsbang, maar bracht me in gedachten naar een van de oude Damascus-straten/ Bab Tuma. Toen herinnerde ik me de soldaten die aan de randen van de weg stonden om voetgangers te inspecteren. De mondkapjes zaten op de gezichten van veel mensen uit angst voor het verspreiden van ziekten. Omdat de soldaten ook de overdracht van de ziekte vreesden, inspecteerden ze de mensen niet langer meer. In deze tijd waren de mondkapjes het grootste wapen tegen de moordenaars. In mijn hoofd zie ik hetzelfde beeld als toen de Spaanse griep zich verspreidde in Eerste Wereldoorlog. Kun je me vertellen wat er toen gebeurde? De oorlog maakt me meestal pessimistisch. Soms zie ik de dood als een goede oplossing om beter te leven, de dood is beter dan de hel van de oorlog. Heb je een mening die met mij wilt delen? Hoor je mij?

 

 

Oorlogen maken van mensen professionele acteurs

Kunst is het resultaat van de ervaringen van mensen. Kunst wordt geboren uit lijden, niet uit luxe. Als we naar het leven teruggaan van kunstenaars die een bekende voetafdruk in de kunstwereld hadden, zien we dat elk van hen genoeg droevige, pijnlijke en tragische ervaringen heeft die hen dienen om hun ideeën in de vorm van kunstwerken te bevrijden zoals Ödön von Horváth, Mahmoud Darwish en Bertolt Brecht. Van 2011 (het begin van de oorlog in Syrië) tot 2015 (toen ik uit mijn land ben vertrokken) veranderden de gezichten van de mensen: op een professionele manier konden de mensen hun gevoelens verbergen. Ik zag de moeder die haar zoon in de oorlog verloor met een mooie glimlach op haar gezicht, alsof verdriet niet van haar lichaam had gegeten en haar niet kon verslaan. Een vader die geen geld kon verdienen voor zijn kinderen maar hij bleef als een solide, ontembare rots. De mensen die vanuit hun land gevlucht zijn ondanks alle gevaren die hun onderweg te wachten zouden staan.….. Meer dan duizend andere beelden over deze gezichten zitten in mijn hoofd. Maar wat ik gezamenlijk in alle soorten mensen heb gemerkt, is dat ze allemaal heel goede acteurs zijn geworden, alle mensen werden onbewust acteurs . Ze kunnen allemaal lachen om hun tegenslagen en onverschillig proberen hun weg te vinden om te leven met alles wat door de oorlog is achtergelaten van dood, onderdrukking, armoede en ontbering. Brecht gaf zijn mening in zijn boek Brecht on Theatre over “what makes an actor?. Hij zei: “In my opinion the true actor both wishes and is able to display other people, to perform for the audience people who are completely different than himself, and it is the wish and ability to observe people that make the true actor” (Brecht et al., 2019, p. 316). Beste Brecht, je hebt gelijk over de goede acteur maar wat ik wil toe voegen is dat de mensen in de oorlog niet hebben gekozen om goede acteurs te worden voor het publiek dat naar de oorlog kijkt en niks doet om de oorlog te stoppen. Het publiek dat hen niet helpt om hun slechte realiteit te veranderen, de spelers vinden zichzelf in deze situatie.

Lieve Brecht, is het meer nodig om het theater te gebruiken om plezier en wijsheid te vinden? Oorlogen alleen zijn genoeg om ons clowns en wijze mensen te maken. We leven in een tijd waarin het episch theater niet van belang is, maar wat heel belangrijk is, is dat we als mensen kunnen leven zonder vechten en bloedvergieten. “[…] dat het episch theater geen lineaire dynamiek heeft, maar een theater is met voetnoten, met een dramatisch verloop in curven en sprongen. De toeschouwer moest zich oefenen in complex waarnemen, "voor-en achteruit bladeren", want het ging in het episch theater om de weergave van de complexe samenhang van menselijke verhoudingen.” (Sauer, 1996, p. 10). Verloopt ons leven in de oorlog niet met curven en sprongen en zonder lineaire dynamiek? Wat een episch leven is de oorlogstijd toch!!!….. Kan je me horen???? Het klopt dat de kunst uit onderdrukking wordt geboren maar in onderdrukkingslanden kunnen we geen kunst maken omdat in de landen die door dictators geregeerd worden, de kunst ons leven zonder genade naar de dood leidt, de rebellie zal ons doden. Na al deze strijd, worden de opties beperkt tot slechts twee, of blijf waar je bent en doe niks of vlucht ergens naartoe om kunst te maken….. Ben je het met me eens????

Het theater is een spiegel van maatschappijen maar helaas het is niet beschikbaar voor iedereen, niet beschikbaar voor mensen die echt plezier en wijsheid nodig hebben. Het theater is voor rijke mensen geworden want de mensen die geen geld hebben om te eten en te drinken, kunnen helemaal geen geld sparen om naar een voorstelling te gaan die over hun zielige leven gaat. Hun realiteit is erg bitter, er is geen behoefte aan een episch theater om hen hieraan te herinneren.

 

Nouf als persoon zegt dat het episch theater niet belangrijk is want het is niet beschikbaar voor alle mensen. Nouf als theatermaakster ziet dat het episch theater een keerpunt was want het doel van het theater is niet meer om plezier voor de rijke kijkers te brengen maar het is een gereedschap om de gemeenschap verder te ontwikkelen. Het werk wordt afgemeten aan de omvang van zijn productie bij het oplossen van sociale en politieke problemen. Tot op de dag van vandaag is het nog steeds nodig om onze sociale en politieke problemen via het theater te vertonen. Nouf als theatermaakster zal sublieme boodschappen blijven overbrengen en ze zal altijd beseffen dat de kijker het belangrijkste element is in de compositie van het theatrale. Het theaterstuk is immers voor de kijker geschreven.

“Ik ben een toneelschrijver

 Ik toon je wat ik op de markten van mensen heb gezien

Ik zag hoe de mensen kopen en verkopen

Dit is wat ik zag als toneelschrijver.” (Kahtan, z.d.) (vertaling Nouf Rafea)



References

Brecht, B., Silberman, M., Giles, S., Kuhn, T., Davis, J., Fursland, R., Hill, V. W., Imbrigotta, K., & Willett, J. (2019). Brecht on theatre. Bloomsbury Academic.

Kahtan, W. (z.d.). Politiek theater van Brecht. Geraadpleegd 28 december 2019, van https://theaterars.blogspot.com/2018/05/blog-post_24.html

Sauer, I. (1996). De veranderbare wereld in de jaren ’90; Onderzoek naar Brecht-ensceneringen in het Duitsland na de Wende [PhD diss.]. University of Amsterdam.

Völker, K., & Wongtschowski, R. (1978). Bertolt Brecht: Een Biografie. Heureka.